Een beperkte mondopening is over het algemeen meer hinderlijk dan gevaarlijk. De meeste mensen ervaren problemen bij het kauwen van voedsel, het afbijten van bijvoorbeeld een appel, praten, zingen, gapen, tanden poetsen of zoenen.
Bij een aantal mensen gaat deze klacht vanzelf weer over. Bij anderen blijft de beperking in het openen van de mond en de pijn die hierbij wordt ervaren hinderlijk aanwezig. In dat geval kan therapie in de vorm van mobilisatie van het gewricht, oefeningen, pijndemping en adviezen hulp bieden.
Als u klachten ervaart, begin dan in eerste instantie met het ontzien van het kaakgewricht. Adviezen hiervoor:
- eet zacht voedsel
- neem kleine hapjes
- eet geen hard of taai voedsel (noten, stokbrood, taai vlees)
- let op bij gapen dat de mond niet tever open gaat (houd de onderkaak tegen met uw hand)
- vermijd nagels bijten, kauwgom eten, op het uiteinde van pennen of andere voorwerpen bijten
- ben bewust van tandenknarsen of klemmen van de kaken (ontspan)
Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.