Kauwspieren worden gedurende de dag veel belast. We hebben ze nodig voor kauwen, slikken en praten. De kauwspieren zijn sterk, maar kunnen toch overbelast raken. Dat komt dan omdat we er meer mee doen dan noodzakelijk, doordat we ons afwijkende mondgwoonten hebben aangeleerd. We noemen dit ook wel parafuncties.

Enkele voorbeelden hiervan zijn:

  • tanden knarsen
  • klemmen
  • voortdurend velletjes van de lippen bijten
  • nagels bijten
  • (te) vaak kauwgom eten
  • aan de binnenzijde van de wangen bijten
  • regelmatig op potloden en pennen bijten
  • tongpersen

Veel van deze gewoonten ontstaan als nevenactiviteit bij stress, piekeren, bezorgdheid en angst.

Wanneer de spieren overbelast zijn voelen ze vaak pijnlijk aan. Soms straalt de pijn uit naar het hoofd, de oren, tanden of kiezen.

Het afleren van de afwijkende mondgewoonte is van groot belang om de klacht te verhelpen. Behandeling vindt soms plaats in samenwerking met de tandarts, gnatoloog of psycholoog.